‘Camerata Francesco Cecchin?’ … ‘Presente!’ Een paar honderd rechterarmen gaan gestrekt de lucht in. Het fanatisme spat van de gezichten. Hier wordt een gevallen kameraad geëerd. Een kameraad die in de gewelddadige jaren zeventig door links geweld aan zijn einde kwam. ‘Il presente’ zijn bijeenkomsten die in Rome een keer of vijftien per jaar worden gehouden, voor velen is het de kern van hun ‘geloof’, het neo-fascisme.

Het is een modale dinsdag in juni in een buitenwijk van Rome. In een hoek van de Piazza Vescovio wapperen rode vlaggen met het Keltisch kruis op een witte ronde achtergrond. Enkele honderden neofascisten zijn bij elkaar gekomen om één van hun ‘martelaren’ te eren. ‘Dit is één van de drukst bezochte herdenkingsbijeenkomsten van de stad,’ zegt organisator Gianguido Saletnich, lokaal partijleider van Italië’s grootste neo fascistische partij Forza Nuova, niet zonder trots. ‘Deze aanslag wordt door de militanten het sterkst beleefd.’

Het terras van de enige bar op Piazza Vescovio is vol. Jongeren met Fred Perry poloshirts, tot aan de nek dichtgeknoopt, kort haar en spiegelende Rayban pilotenbrillen drinken water en roken dunne Toscano sigaren. Een onzichtbare muur scheidt de neofascisten van de verslaggever, pogingen tot een gesprek worden beleefd afgewimpeld. ‘Ik ben doodmoe, ik heb de hele nacht op de herdenkingsplek gewaakt,’ zegt een breedgeschouderde jongen van een jaar of 17 tegen zijn vriend. De vraag, ‘waken jullie altijd bij dit soort gelegenheden’, slaat dood tegen de spiegelende Rayban.

Luca, een dikke man van een jaar of veertig met een te groot poloshirt, vraagt de verslaggever wat hij komt doen. Hij heeft liever niet dat er foto’s worden gemaakt. ‘Dit is een privé herdenking op de openbare weg, zegt hij dwingend maar beleefd. ‘We deden dit liever ergens binnen, maar dit is de plek, hier is Francesco vermoord.’ Het partijkantoortje is nu een groentewinkel gerund door Bengalezen. ‘Gesloten wegens herdenking’ staat er op de twee rolluiken, op de muur tussen de rolluiken een grote muurschildering van een Keltisch kruis, erboven de tekst. ‘Lui vive, lui combatte’ (Hij leeft en hij strijdt). Bij de bloemenzee naast het winkeltje, de plek waar Cecchin 36 jaar geleden werd gevonden, wordt geknield en kruisjes geslagen. Door iedereen.  ‘Alle partijen komen hier samen,’ legt lokale partijbons Saletnich uit. Hij is de enige die wél praat met buitenstaanders. ‘Ondanks de tegenstellingen die er zijn.’

Een week na de herdenking staat de leus ‘Onore a camerata Franceschi Cecchin’ nog steeds in koeienletters op een muur op Piazza Vescovio. Wie in Rome door de stad rijdt ziet regelmatig extreem rechtse leuzen op muren staan, vaak gesigneerd met een Keltisch kruis en een afkorting. In elke wijk een andere afkorting, lijkt het wel. ‘Het zijn vaak splintergroepjes die opereren vanuit één partijkantoortje,’ dat zegt Nicola Rao. Rao schreef een hele reeks boeken over extreem rechts in Italië. Van de handvol splinterpartijtjes zijn Fiamma Tricolore, Casa Pound en Forza Nuova de bekendste, maar samen goed voor niet meer dan 3% van de Italiaanse kiezer. ‘Het is allemaal nogal marginaal, dus om die beweginkjes partijen noemen is iets teveel eer,’ zegt Rao. ‘We hebben het meestal over enkele tientallen militanten die gegroepeerd rondom charismatische figuren uit de jaren zeventig. Zo staat of valt Forza Nuova met de persoon Roberto Fiore.’

Roberto Fiore bracht bijna twintig jaar in ballingschap door in Engeland omdat hij verdacht werd van betrokkenheid bij de bomaanslag op het station van Bologna in 1980. Bij die aanslag kwamen 85 mensen om. Voor zijn vlucht was hij leider van de extreem rechtse studentenbeweging ‘Lotta Studentesca’ (Studentenstrijd) en richtte hij in 1978 ‘Terza Posizione’ op, een neofascistische organisatie die de ‘derde positie’ claimt in te nemen tussen het Sovjet communisme en het Amerikaanse kapitalistisch imperialisme. Tijdens zijn periode in Londen raakt hij bevriend met Nicholas John Griffin, belangrijk lid van National Front, en samen met hem richt Fiore ‘International Third Position’ op. Als in 1999 de aanklachten tegen hem zijn verjaard keert hij terug naar Italië en richt Forza Nuova op.

De huidige neo-fascistische partijen en partijtjes in Italië zijn allemaal ontstaan uit de MSI, de Movimento Sociale Italiano, de neo-fascistische partij die in december 1946 werd opgericht door nostalgische veteranen van Mussolini’s republiek van Salò. De diehard fascisten konden de ommezwaai die de nieuwbakken partijleider Gianfranco Fini in 1995 maakte – hij doopte de partij om in Alleanza Nazionale, zwoor Mussolini af en droomde van een ‘nette’ rechtse partij – niet aan en bleven het ‘geloof’ trouw. ‘Il Duce’, katholicisme, anti-communisme en anti-Amerikaanse sentimenten.

Fini’s Alleanza Nazionale wordt coalitiepartner van Silvio Berlusconi’s Forza Italia en fuseert in 2007 zelfs met die partij tot Popolo della Libertà (Volk van de vrijheid). De oude fascisten zijn definitief ingekapseld en conservatieven geworden. Veel van Fini’s oude fascistische makkers zijn minister in één van de kabinetten Berlusconi en één van hen, Gianni Alemanno, schopt het zelfs tot burgemeester van Rome.

Toch is het AN keurslijf voor velen te strak en borrelt het rechtse bloed teveel. In 2005 verlaat voormalig fascistische straatvechter Francesco Storace de partij en richt La Destra (Rechts) op, in het partijembleem keert de vlam terug, symbool van de MSI. In 2007 volgt een andere oud straatvechter, voormalig minister van Defensie Ignazio La Russa, hij zet met aanstormend politiek talent, en voormalig minister van Jeugdzaken, Giorgia Meloni ‘Fratelli d’Italia’ op, genoemd naar het Italiaanse volkslied. Dit kluster van partijen en partijtjes zijn samen goed voor zo’n vijf procent van de stemmen. Echte fascisten zijn het niet meer, want ‘Il Duce’ is afgezworen, maar het katholicisme, het anti-communisme en het anti-amerikanisme blijven.

‘Echte fascisten haten Amerikanen,’ zegt Romolo Sabatini op het terras aan de rand van Piazza Vescovio. ‘Ze kwamen ons ‘bevrijden’. Maar van wat? Ze hebben vooral veel dode kameraden op hun geweten, de klootzakken.’ Sabatini is een MSI veteraan die al in jaren zeventig een eigen partij oprichtte omdat hij vond dat zijn neo-fascistische kameraden te soft waren geworden. Hij maakte deel uit van knokploegen die in jaren zeventig, de beruchte Jaren van Lood, communisten te lijf gingen. ‘Wij liepen altijd met brommerhelmen rond om ons te verdedigen. De buurt waarin ik woonde was een ‘rode’ buurt en ik kon, als fascist, nauwelijks de deur uit zonder aangevallen te worden.’

In de Jaren van Lood, die duurden van 1969 tot en met 1983, zijn honderden mensen in Italië door linkse of rechtste extremisten vermoord. De bomaanslag op het station van Bologna in augustus 1980 is het bekendste voorbeeld, er kwamen toen 85 mensen om. Nog steeds één van de grootste terreurdaden in Europa. Drie rechtsextremisten werden voor de aanslag veroordeeld, al hebben ze hun betrokkenheid altijd ontkent. Ook de ontvoering en de moord op Christendemocratisch politicus Aldo Moro door de Rode Brigades in 1978, was onderdeel van die gewelddadige periode. Maar behalve door eclatante bomaanslagen en ontvoeringen werden de Jaren van Lood gekenmerkt door straatgevechten tussen linkse en rechtse jongeren. In de grote Italiaanse steden was bij tijd en wijle een ware stadsguerrilla aan de gang waarbij communistische studenten fascisten vermoorden en andersom. Eén van de zeventien fascistische jongeren die in tijd op straat vermoord werd is de toen 17 jarige Francesco Cecchin, de jongen die nu herdacht wordt. Hij wordt op 29 mei 1979 bewusteloos onder een balkon gevonden. Na 19 dagen coma overlijdt hij op 16 juni. De avond ervoor had hij een felle discussie met linkse jongeren over het ophangen van verkiezingsposters. Al snel wordt duidelijk dat hij van het balkon geduwd is. Eén communistische activist wordt gearresteerd, maar in hoger beroep vrijgesproken van moord. Volgens fascisten het zoveelste bewijs dat de Italiaanse rechtsstaat in handen is van links en het op hen voorzien heeft.

‘De Jaren van Lood spelen een sleutelrol in het Italiaanse neo-fascisme’, zegt Nicola Rao. ‘Het herdenken van de ‘martelaren’, de cultus van de gevallenen uit die periode, dat is de kern van het huidige fascisme in Italië. De bewegingen zijn allemaal opgebouwd rondom personen uit die periode, de figuur van Benito Mussolini speelt een marginale rol.’

Voor velen is het bloedvergieten van die periode een belangrijke voedingsbodem voor de haat tegen communisten en de huidige Italiaanse staat. ‘Het rechts-links denken is een politiek spelletje geweest om tegenstellingen te creëren en heeft alleen maar ellende opgeleverd,’ zegt Gianguido Saletnich, de lokale voorman van ForzaNuova. ‘Ik zie mijzelf dan ook niet als rechts, rechts staat voor mij voor liberalisme en kapitalisme en daar ben ik juist mordicus tegen.’ Saletnich ziet meer in een corporatistische staat, zoals dictator Benito Mussolini die ook voor ogen had, waarin de overheid goed voor haar burgers zorgt. ‘Als staatsman en politicus kent hij geen gelijke in de Italiaanse geschiedenis,’ vindt Saletnich. Hoewel bewonderaar van ‘staatsman’ Mussolini, wil zich Saletnich zich niet direct fascist noemen. ‘Ik ben ForzaNovista, ik sta in een traditie die terug gaat tot het Romeinse rijk, tot Caesar en Augustus, en die door Mussolini nieuw leven is ingeblazen, maar die zich doorontwikkeld heeft tot wat het nu is.’

 

God, vaderland en familie zijn de pilaren van het neo-fascisme. Forza Nuova is tegen abortus, voor door de overheid verstrekte goedkope hypotheken en vindt homorechten een gruwel. Tijdens de laatste gay pride in Milaan hielden de neo-fascisten een demonstratie tegen de ‘parade van sodomieten en geperverteerden, die onder het mom van gelijke rechten alle menselijkheid ontkennen.’ In het verleden zijn gay pride manifestaties in Italië door rechtsextremisten aangevallen, die tijd lijkt een beetje voorbij. Ook al heeft geweld tegen homoseksuelen in Italië meestal een fascistisch stempel.

Ook houdt Forza Nuova graag vreemdelingen buiten de deur. ‘Een enkele immigrant is geen probleem, mits ze zich aanpassen,’ stelt Giangiudo Saletnich. ‘Maar wij zeggen nee tegen massa immigratie.’

Op dat punt vinden de Italiaanse neo-fascisten aansluiting bij de Lega Nord, de partij ooit opgericht met het doel het rijke Noorden van de rest van Italië af te scheiden, maar door de nieuwe partijleider    Matteo Salvini omgevormd tot populistische anti-partij, die het niet meer op het corrupte Rome maar vooral op Europa en op buitenlanders voorzien heeft.

‘Weg met de euro, weg met vluchtelingen en weg met Renzi’ klonk het op Piazza del Popolo in februari, nog nooit was het de Lega Nord gelukt zo’n groot plein in Rome vol te krijgen. Maar behalve in vrolijk groen geklede Leghisti marcheerden ook de zwarte hordes van Casa Pound het neoklassieke plein op. Casa Pound steunt onder het motto ‘Noi con Salvini’ (Wij met Salvini), de Lega Nord. Casa Pound leider Gianluca Iannone – kale kop, woeste baard – vindt de alliantie tussen een afscheidingsbeweging en een nationalistische groepering niet zo vreemd. ‘Op grote lijnen zijn wij het eens met Salvini,’ zegt hij terwijl via een videoboodschap Marine Le Pen haar zegen uitspreekt over deze nieuwbakken alliantie. ‘Ook wij zijn tegen de Euro, het Europa van de banken en de invasie van immigranten.’

Bij Salvini’s tweede verkiezingsbijeenkomst in Rome, begin mei, stroomt het theater Brancaccio tot de nok toe vol met neo-fascisten. Merkpoloshirts, druppelvormige Raybans en getatoeëerde Keltische kruizen vormen de dresscode. De nieuwe strategie heeft Matteo Salvini geen windeieren gelegd, in korte tijd is hij uitgegroeid tot de op één na populairste politicus van het land, na die andere Matteo, premier Renzi. En Casa Pound surft mee. ‘Opportunisme is de extreem rechts niet vreemd,’ zegt fascistenkenner Nicola Rao. ‘Matteo Salvini is het winnende paard, daarop wordt dan gewed. Het is vooral de strijd tegen immigranten en zigeuners die hen bindt.’

Militanten van Casa Pound organiseren eind mei een strafexpeditie tegen een zigeunerkamp in het noordwesten van Rome, nadat een jonge zigeuner tijdens een wilde politieachtervolging negen mensen op een zebrapad omver reed. Een vrouw kwam daarbij om. Ze raken slaags met linkse demonstranten die de strafexpeditie willen tegenhouden. De man die in 2011 op een markt in Florence twee Senegalezen doodschiet omdat hij een hekel aan ‘negri’ heeft, was ook lid van Casa Pound.

Casa Pound is in 2003 ontstaan als rechts krakerscollectief en in korte tijd uitgegroeid tot de grootste rechtse-extremistische beweging in Italië. ‘Het zijn en blijven niche-bewegingen,’ benadrukt fascistenkenner Rao. ‘Casa Pound heeft misschien vijf of zes gemeenteraadsleden in heel Italië.’

Hun hoofdkantoor, een voormalig overheidsgebouw in fascistische jaren twintig stijl in het centrum van Rome, is een door de linkse burgemeester Veltroni gelegaliseerd kraakpand waar zo’n 80 mensen wonen. In tegenstelling tot de meeste kraakpanden is het er schoon en keurig, bijna burgerlijk, ingericht. Glimmende parketvloeren, opgeruimde kamers en een strakke taakverdeling. ‘Wij helpen mensen, vaak gezinnen, in nood,’ legt Gianluca Iannone uit. In het pand zit ook een radiostation, ‘Radio Bandiera Nera’ (Radio Zwarte Vlag), en de redactie van ‘Il primato nazionale’ (De nationale suprematie). De naam van de beweging komt van de Amerikaanse dichter Ezra Pound, een groot bewonderaar van Mussoliniaans Italië. Ook in Casa Pound is een voormalig terrorist uit de jaren 70 de inspiratie. Gabriele Adinolfi was samen met Roberto Fiore de oprichter van Terzo Posizione en ook hij ging in ballingschap om arrestatie in Italië te ontlopen. Adinolfi opereerde vanuit Parijs. Ook hij keert terug naar Italië als de aanklachten tegen hem zijn verjaard. Dat is in 2000.

Casa Pound, ‘fascisten van het derde millennium’ zoals ze zichzelf noemen, presenteert zich als een sociale partij. Tegen de woeker van de banken, de ‘bloedzuigers’ van ‘Equitalia’, het nationale incasso bureau, en actief bij rampen. Casa Pound was één van de eerste die na de aardbeving in L’Aquila de lokale bevolking hulp bood. Toch associëren de meeste Italianen Casa Pound met fascisme, geweld en, de in Italië bij grondwet verboden, Romeinse groet, zoals Italianen de Hitlergroet noemen.

De herdenking komt dichterbij, Piazza Vescovio is inmiddels goed vol. Het aantal neo-fascisten is uitgegroeid tot een kleine massa. De verschillende bloedgroepen bereiden zich voor op het officiële gedeelte, dat tegen zevenen begint. Een lichte spanning maakt zich meester van het plein. De politie sluit de politie de straat af en bussen worden omgeleid. Buurtbewoners banen zich geërgerd een weg door de groep neo-fascisten.

Luca laat zijn jongeren marcheren naar de herdenkingsplek naast het winkeltje. Strak in de houding gaan ze staan voor het met bloemen bezaaide portret van Cecchin. Als iedereen op zijn plek staat, begint Luca zijn speech. De rechtervuisten van de jongeren rusten op hun borst, ten hoogte van het hart, de linkerarm strak langs het lichaam. Luca houdt even stil na zijn praatje en dan schreeuwt hij ‘Camerata Francesco Cecchin?’ … ‘Presente!’ schreeuwen de jongeren. Van het hart gaat de rechterarm omhoog. Een, verboden, Romeinse groet op een modale dinsdagmiddag en de politie staat erbij en kijkt ernaar.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *